Kansenongelijkheid in het onderwijs
Wat kunnen we doen tegen ongelijkheid in ons onderwijssysteem?
Begint ongelijkheid in het huis waar we geboren worden of begint het bij het kiezen van een school? Drie UvA-deskundigen bekijken het vraagstuk vanuit hun eigen expertise.
Een nieuw systeem
In oktober 2012 werd de Nobelprijs voor de Economie toegekend aan de Amerikanen Alvin Roth en Lloyd Shapley "voor de theorie van stabiele allocaties en de praktijk van marktontwerp." Die avond verscheen een collega van UvA-hoogleraar Hessel Oosterbeek in De Wereld Draait Door om de prijs te bespreken.
Hij vertelde hoe het werk van de Nobelprijswinnaars over matching op markten waar geen geld mee gemoeid is, nuttig zou kunnen worden toegepast op het proces van toewijzing van leerlingen aan middelbare scholen en stelde een nieuw systeem voor. Naast Oosterbeek, keek ook iemand van de gemeente Amsterdam mee.
Met hulp van de gemeente werd het systeem in 2015 in de praktijk gebracht. Sindsdien helpt het te beslissen waar duizenden leerlingen naar de middelbare school gaan.
Oosterbeek: 'Je hoopt altijd dat je onderzoek conclusies heeft die relevant zijn voor de echte wereld, maar het komt zelden voor dat het zo'n onmiddellijk en blijvend effect heeft als dit'.
De loterij
Hoe het voor 2015 werkte: Leerlingen meldden zich aan bij één school, als te veel leerlingen zich aanmeldden, werd er een loterij georganiseerd.
Als daar niet de school uitkwam die ze wilden, konden ze alleen nog kiezen uit scholen die plekken over hadden.
Oosterbeek: 'Dit betekende dat er een zekere strategie nodig was als je naar een populaire school wilde. Uit onderzoek bleek toen dat leerlingen uit wijken met gemiddeld lagere inkomens, die toch al de meeste achterstand hadden, de meeste kans hadden om zich te vergissen in hun strategie.'
Hoe het nu werkt: Leerlingen leveren een ranglijst van scholen aan. Elke leerling krijgt een lotnummer en wordt vervolgens geplaatst op de hoogst gerangschikte voorkeur die nog plaatsen heeft.
'Het strategisch element is eruit. Je kunt geluk of pech hebben, maar je kunt je niet vergissen. Het nieuwe systeem geeft een gelijk speelveld'.
Meer over Hessel Oosterbeek
Hessel Oosterbeek is hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn voornaamste onderzoeksinteresses betreffen de economie van het onderwijs, ontwikkelingseconomie en effectevaluatie.
Thuisonderwijs tijdens de pandemie
Begin 2020 werd bekend dat scholen in heel Nederland dicht moesten om besmettingen van het coronavirus zoveel mogelijk te beperken. Onderzoekers op het gebied van onderwijs maakten zich zorgen dat de gevolgen van de sluiting van scholen ongelijk verdeeld zou zijn over kinderen met verschillende achtergronden.
Socioloog Thijs Bol was zo'n onderzoeker. Hij begon aan een Covid-studie die keek naar de mate waarin ouders hun kinderen hielpen met thuisonderwijs. Daarin werden grote verschillen vastgesteld tussen sociaal-economische groepen.
Afkomst en achtergrond
Bol: 'Ons werk vormde een onderdeel van het nationale debat over de sluiting van scholen. Dat gaat niet alleen over leerverlies, maar ook over de ongelijkheid waarop dat leerverlies verdeeld is. Opeens werd ons onderzoek heel praktisch bruikbaar in het denken over hoe je de negatieve effecten van schoolsluitingen kunt verzachten.'
'Kinderen komen op school en groeien qua prestaties onmiddellijk uit elkaar. De vraag is hoe dat kan. Het voelt dan vanuit een eerste reflex heel logisch om naar scholen te kijken voor antwoorden, maar ik geloof dat het gezin hierin minstens zo belangrijk is.'
Mensen zijn geneigd te denken dat ze op eigen kracht stijgen of dalen, maar succes is vaak te danken aan factoren waarop we geen invloed hebben, zoals het gezin waarin we zijn geboren.'
'Als we nadenken over hoe ons leven is verlopen, denken we vooral aan de dingen die we zelf hebben gedaan om te komen waar we zijn. Maar de dingen waar we geen invloed op hebben zijn net zo belangrijk. Als we dat beter begrijpen, ontstaat er meer empathie voor elkaar.'
Meer over Thijs Bol
Thijs Bol is universitair hoofddocent Sociologie en wetenschappelijk coördinator van het Amsterdam Centre for Inequality Studies. Sinds 2020 is hij lid van De Jonge Akademie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).
Uitkomst voor iedereen anders
Veel van het onderzoek naar ongelijkheid binnen het systeem van Nederlandse scholen richt zich op de selectie- en volgprocessen voor scholen. Ook onderwijswetenschapper Louise Elffers richt zich met name op dit terrein.
Elffers: 'Ik richt me op de inrichting van ons onderwijssysteem en hoe dat de schoolloopbaan van kinderen beïnvloedt. In Nederland selecteren we leerlingen heel vroeg en plaatsen we ze in een van een groot aantal 'sporen'. Dat beïnvloedt hun leermogelijkheden vanaf het begin, want ze krijgen verschillende inhoud te zien, verschillende curricula, verschillende normen en zelfs verschillende onderwijsduur.'
'Ik ben voortdurend in gesprek met scholen, leerkrachten, begeleiders enzovoort. Ik geloof in goede partnerschappen in twee richtingen met scholen, dus ik bezoek ze, houd er bijeenkomsten, vraag ze wat er speelt en baseer mijn onderzoek vervolgens op wat ik van hen hoor. Mijn focus ligt op het ontwerp van het hele schoolsysteem, en, gezien het systeem, hoe we onze procedures zouden moeten ontwerpen, bijvoorbeeld als het gaat om het schooladvies.'
'Als we een nieuw systeem konden ontwerpen op een blanco vel papier, zouden we met iets anders komen, maar we hebben dit systeem al 100 jaar geïnstitutionaliseerd en we zullen het niet snel opnieuw uitvinden, dus we moeten werken met wat we hebben.'
Meer over Louise Elffers
Louise Elffers is bijzonder hoogleraar Kansengelijkheid in het onderwijs en directeur van het Kenniscentrum Ongelijkheid. Het vraagstuk van kansen(on)gelijkheid in het onderwijs vormt een rode draad in haar werk.
Wat is er nu nodig?
Oosterbeek: 'Elk jaar blijven we de raad adviseren over de selectieprocedure en brengen we kleine aanpassingen aan in het systeem. Ook pluizen we de gegevens uit het systeem uit om te kijken of we inzicht kunnen krijgen in de segregatie van scholen. Lange tijd werd gedacht dat residentiële segregatie (waarbij mensen met verschillende achtergronden gescheiden van elkaar in verschillende wijken wonen) een rol speelde, maar dat blijkt niet het geval te zijn: mensen met verschillende achtergronden die naast elkaar wonen, gaan vaak naar verschillende scholen, zelfs als ze hetzelfde advies krijgen. We hebben meer gegevens nodig over de oorzaak daarvan.'
Meer ruimte voor de leraar
Elffers: 'De selectieve procedure in ons systeem is veel te dominant geworden. Wij eisen van docenten dat zij zeer kleine verschillen tussen leerlingen zien en op basis daarvan zeer vroegtijdig voorspellingen doen over hun studiepotentieel. Als het gaat om selectie met een hoge inzet, zoals het toewijzen van kinderen aan een middelbare schoolniveau, moeten we die menselijke factor eruit halen. Leraren worstelen vaak nog met dat idee, maar het zou zoveel meer ruimte geven aan hun pedagogische functies. Leraren doen eigenlijk niets anders dan leerlingen elke dag ongelijk behandelen en elk van hen de steun geven die ze nodig hebben, en dat is precies waar ze zich op zouden moeten kunnen richten.'
Stevige discussie
Bol: 'De ongelijkheid wordt kleiner als het advies wordt uitgesteld. Vooral kinderen uit kansarme gezinnen krijgen uiteindelijk een lager schooladvies dan hun capaciteiten verdienen. Voorbeelden uit andere landen laten zien dat als de leeftijd voor het advies wordt uitgesteld de kansenongelijkheid afneemt. De UvA heeft sterk bijgedragen aan onderzoek op dit gebied en er wordt nu op beleidsniveau stevig over gediscussieerd.
Uitkomst voor iedereen anders
Oosterbeek: 'Ongelijkheid bestaat, maar ironisch genoeg ligt de oplossing ervoor niet per se in het creëren van meer gelijkheid. We moeten streven naar gelijke kansen, maar je kunt nooit gelijke resultaten garanderen. Mijn gevoel zegt: als je rijke ouders maar ongelukkig genoeg maakt, krijg je privé-scholen, en dat wil niemand. De filosofische 'sluier van onwetendheid' is prima: we willen duidelijk een systeem dat elk kind het beste geeft, maar we moeten ook accepteren wat er in de echte wereld gebeurt zodra die sluier wordt opgelicht.'
Ongelijke investeringen
Bol: 'Als je ongelijkheid wilt verminderen, moet je ongelijke investeringen doen. De kinderen die thuis om welke reden dan ook geen steun krijgen, zouden een prioriteit moeten zijn, maar wat we zien gebeuren is het tegenovergestelde: het huidige wanhopige lerarentekort treft de kinderen die al een achterstand hadden het hardst. Dat zijn de kinderen waar we ons het meest op moeten richten.'
Hoe krijgen we onze scholen echt gemengd?
Hoe geven we alle leerlingen echt gelijke kansen? Hoe denken scholieren in het voortgezet onderwijs over politiek en democratie? Hoe weerspiegelt en versterkt de huizenmarkt steeds meer ongelijkheden? Bekijk de speciale themapagina over ongelijkheid van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen.
Andere verhalen over maatschappelijke thema's
UvA in de slimme stad
Slimme camera's en AI krijgen een steeds prominentere rol in onze steden.
Omgaan met klimaatverandering
UvA-onderzoekers zoeken naar manieren om een duurzamere toekomst vorm te geven.
Andere onderzoeksverhalen
Bekijk onze persberichten en nieuwsberichten en vind meer informatie over ons onderzoek.
Hedy Tjin maakte de beelden bij dit artikel
Hedy Tjin is een Amsterdamse illustrator en beeldend kunstenaar. Sinds haar afstuderen aan de Academie van Beeldende Kunsten in Utrecht heeft haar werk een kenmerkende stijl ontwikkeld. Of het nu gaat om muurschilderingen, textielprints, geïllustreerde boeken of een krantenomslag, Hedy staat bekend om uiteenlopende uitingen waarbij de vorm constant blijft; krachtige kleuren die onderwerpen van maatschappelijke waarde uitdrukken. Inclusiviteit en openheid zijn belangrijke thema's in haar werk. Met levendige visuals wil ze complexe onderwerpen op een uitnodigende manier uitleggen.