Bestrijd overgewicht
met een gezonde
omgeving
We weten dat overgewicht tot veel gezondheidsproblemen kan leiden en nog steeds toeneemt onder de Nederlandse bevolking. Volgens wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam moeten we dit probleem bij de kern aanpakken: de publieke ruimte vol met ongezond eten. ‘Het is niet alleen minder eten en bewegen of zelfs een afvalpil', stelt socioloog en overgewichtonderzoeker Christian Bröer. ‘Het perverse is dat we met die visie juist de markt in stand houden die overgewicht produceert.’
Er zijn dus maatregelen nodig op
grote schaal. Hoe pakken we dat aan?
De jurist: maak van
gezond eten een recht
‘Als in Nederland bijna 60% van de bevolking, en 20% van de kinderen, met overgewicht kampt, is dit geen individueel probleem meer, maar een collectief probleem’, onderschrijft ook hoogleraar gezondheidsrecht Anniek de Ruijter. ‘De overheid heeft de verantwoordelijkheid om haar burgers te beschermen tegen ontwikkelingen in de omgeving die overgewicht veroorzaken. Zoals een toename van het aantal fastfood restaurants.’
Met andere wetenschappers en gemeenten in Nederland onderzoekt De Ruijter hoe de voedselomgeving gezonder te maken. Ze wijst daarbij op het recht op keuzevrijheid.
'Je mag zelf bepalen wat je met je lichaam doet. Je mag roken, een hele enge berg beklimmen waar je vanaf kan vallen, of zonder jas naar buiten als het regent, je houdt recht op zorg. Je bent dus ook vrij te kiezen wat je eet, gezond of ongezond. Maar dan moet er wel iets te kiezen vallen.’
Voor bedrijven geldt echter ook de vrijheid om te ondernemen
‘Maar deze vrijheid wordt wel beperkt door het publieke belang. Wanneer een bedrijf in jouw buurt gif stort of de lucht vervuilt, dan moet de overheid ingrijpen. Zo is het ook met de voedselomgeving. De overheid bepaalt niet wat jij eet, maar moet er wel voor zorgen dat er in jouw buurt voldoende gezond eten te krijgen is. Anders is er sprake van een vervuilde voedselomgeving.’
Een laagdrempelig meetinstrument
Om gemeentes hierbij te helpen ontwikkelden De Ruijter met collega’s een meetinstrument dat heel laagdrempelig buurten en straten op de gezondheid van het voedselaanbod scoort.
Dat werkt als volgt: afhankelijk van het voedsel dat een bedrijf aanbiedt, krijgt deze een plus (gezond) of een minscore (ongezond). Alle bedrijven opgeteld eindigt een omgeving met een plus of min en daar kan een gemeente beleid op gaan voeren. Bijvoorbeeld door in omgevingsplannen naar een 0 score toe te werken wanneer een omgeving in de min staat. Nieuwe aanbieders met een minscore krijgen dan geen vergunning, want dat brengt de omgeving verder in de min, maar die met een plusscore wel.
In een eerste test kwam een bestaande winkelstraat op een voedselscore van -77 uit. ‘Daar is dus nauwelijks gezond voedselaanbod’, stelt De Ruijter. ‘Met ons instrument kunnen gemeentes hier nu iets aan doen en zo de keuzevrijheid van burgers en de toegang tot gezond eten beschermen. Vooral van kinderen, want hier heeft de overheid een nog grotere beschermingstaak.’
De socioloog: maak met jongeren de omgeving gezonder
Om kinderen en jongeren een gezonde voedselomgeving te bieden, gingen sociologen samen met jongeren aan de slag. ‘Want door samen met jongeren nieuw beleid te maken, breng je betrokkenheid en wederzijds leren op gang’, stelt Bröer. Met meer dan 200 jongeren in vijf Europese landen bedachten wetenschappers hoe omgevingen anders in te richten en probeerden dit uit.
Kitchen take-over
Zo ontwikkelden de jongeren de Kitchen take-over waarbij jongeren zelf recepten kiezen en zelf gezonde maaltijden bereiden. ‘Want het eten in onze kantines is niet lekker en vaak ongezond,’ verwoordde een van de betrokken jongeren.
Een succesvolle pilot van deze kitchen take-over op een vmbo-school in Almere werd opgepikt door De Gezonde Schoolkantine, een programma dat scholen stimuleert om hun eetomgeving gezonder te maken. ‘Zo kunnen kleine initiatieven wel degelijk doorsijpelen en effect hebben’, stelt Bröer.
Ook gaven de jongeren het advies gezond eten goedkoper te maken en goed in het zicht te leggen, vooraan in de kantine en supermarkt. En ongezond eten als chips en red bull juist duurder te maken en minder ruimte te geven.
De psycholoog: haal stimuli in de omgeving weg
Psychologen stellen dat je de omgeving moet aanpakken bij het bestrijden van overgewicht vanuit weer een andere invalshoek. ‘Triggers in onze omgeving, zoals bepaalde reclames of geuren, leiden tot sterk associatief en automatisch gedrag,’ vertelt klinisch psycholoog Sanne de Wit die gewoontegedrag onderzoekt. Als voorbeeld noemt ze het bekende M-logo dat de meeste mensen aan ongezond eten als een cheeseburger koppelen. ‘Alleen al het zien van dit logo triggert een verlangen naar fastfood.’
Gezondheidswaarschuwingen
De Wit onderzocht met collega’s of gezondheidswaarschuwingen in de omgeving helpen om zulke triggers te weerstaan en toch gezonde keuzes te maken. Denk aan de nutriscores die we tegenwoordig vaak op verpakkingen zien en die ons informeren over de samenstelling van een product.
De wetenschappers ontdekten dat dergelijke gezondheidswaarschuwingen eigenlijk alleen werken in een omgeving zonder ongezonde prikkels. ‘Waarschuwingen die inspelen op bewuste keuzes hebben weinig effect als er triggers in de omgeving zijn die mensen met ongezonde snacks associëren. Dan kiezen ze toch voor een vergelijkbaar en ongezond voedselproduct’, aldus de Wit.
De Wit adviseert om mensen minder bloot te stellen aan signalen die ongezonde keuzes stimuleren, zoals reclames voor junkfood, en gezonde keuzes aantrekkelijker te maken door promoties en goede zichtbaarheid. ‘Zo worden mensen subtiel in de juiste richting gestuurd.’
UvA Onderzoekers
Prof. dr. mr. A. de Ruijter
Anniek de Ruijter is hoogleraar Gezondheidsrecht en -beleid aan de Faculteit Rechten.
Dr. C. Bröer
Christian Broër is universitair hoofddocent bij de afdeling sociologie aan de Faculteit Maatschappij & Gedrag.
Dr. S. de Wit
Sanne de Wit is universitair hoofddocent bij de afdeling klinische psychologie aan de Faculteit Maatschappij & Gedrag.
© Universiteit van Amsterdam
Artwork by Objekt Studio
Images via Pexels.com and Unsplash.com