Huisvestings-ontwikkeling

Regisseurs van de ruimtelijke campusontwikkeling

Foto gevel LAB42: Monique Kooijmans. Foto LAB42: Liesbeth Dingemans.

Foto gevel LAB42: Monique Kooijmans. Foto LAB42: Liesbeth Dingemans.

Foto: Monique Kooijmans

Foto: Monique Kooijmans

De nieuwe Universiteitsbibliotheek, Universiteitskwartier (artist impression: MVSA Architects)

De nieuwe Universiteitsbibliotheek, Universiteitskwartier (artist impression: MVSA Architects)

Van een middeleeuws chirurgisch theater...

...naar een moderne collegezaal

Een campus waar een constante stroom aan jonge mensen in state-of-the-art collegezalen de kennis aangereikt krijgt om hun idealen in de toekomst te verwezenlijken.

Een ecosysteem waar UvA-onderzoekers creatief en geïnspireerd samenwerken met collega’s van andere faculteiten, kennisinstellingen en bedrijven om zo de opgedane kennis te verzilveren in spin-offs en startups.

In fraaie, multifunctionele, klimaatneutrale en onderhoudsarme gebouwen waar medewerkers gemotiveerd en met plezier werken, trots als ze zijn dat ze aan dát proces een bijdrage kunnen leveren.

Roeterseilandcampus (foto: Yannick van Leeuwaarde)

Roeterseilandcampus (foto: Yannick van Leeuwaarde)

1. Over Huisvestingsontwikkeling

Het realiseren van ruimtelijke projecten is een complex proces. Dat hoort bij het ontwikkel- en bouwproces dat zoveel variabelen en bepalende factoren kent. Het proces kent bovendien een lange doorlooptijd met een sterk volgtijdelijk karakter. Als er, ondanks een deskundig uitgevoerde risico-inventarisatie, zich toch iets onverwachts voordoet, heeft dat zijn weerslag op de opvolgende fases van een project.

Ondertussen liggen scopewijzigingen, heroverwegingen en aanpassingen altijd op de loer. Dat geldt voor alle programma’s en bouwprojecten en maakt dat een ontwikkelaar, behalve met het realiseren van het project zelf, vooral bezig is met onzekerheidsreductie en het managen van risico’s en verwachtingen. Ontwikkelaars houden niet van verrassingen. Althans niet in hun werk. Voorspelbaar, controleerbaar en duidelijk, zo wil een ontwikkelaar graag gezien worden.

Huisvesting van academische faciliteiten zit binnen vastgoedontwikkeling hoog in die complexiteit. Het doorvertalen van het primaire proces van een toonaangevende universiteit met al zijn facetten in een concrete ontwikkelopgave en die vervolgens ook binnen de tijd en binnen het budget realiseren, is een tour de force. En om dát ook nog eens klaar te spelen in een stad als Amsterdam met zijn schaarse ruimte voor bouwlogistiek, specifieke regelgeving, monumentale wensen, zijn mondige burgers en hoofdstedelijke ambities is dáár weer de overtreffende trap van.

Welkom bij de afdeling Huisvestingsontwikkeling
van de UvA!

Bouwplaats van de nieuwe Universiteitsbibliotheek (foto: Bert Wisse)

Bouwplaats van de nieuwe Universiteitsbibliotheek (foto: Bert Wisse)

2. UvA en de stad

Kennis heeft geen vaste woon- en verblijfplaats. Het proces van kennisoverdracht en kennisontwikkeling is gebaat bij state-of-the-art huisvesting. Huisvesting van academische faciliteiten is dan ook méér dan alleen een noodzakelijkheid voor het internationale imago van een universiteit als de UvA. Strategisch is het óók van belang voor Amsterdam als regionale kennisstad, want Amsterdam heeft de ambitie uitgesproken om in 2050 kennishoofdstad van Europa te willen zijn.

Om de aantrekkingskracht te vergroten, volgt Amsterdam een strategie van ‘innovatiedistricten’. Dat zijn geconcentreerde kennisgebieden die werken als magnetische velden voor de ambitie van Amsterdam. Kern van deze strategie: kennis uitwisselen om zo nieuwe ideeën te ontwikkelen. Sleutelwoorden: ‘ontmoeting’ en ‘interactie’, want innovatie, zo weet de gemeente, is een contactsport. De campussen van de UvA, met elk een eigen karakter, dynamiek en potentie, zijn door Amsterdam aangemerkt als innovatiedistricten.

Kennis heeft geen vaste woon- en verblijfsplaats.

Foto steigers: bouwplaats van de nieuwe Universiteitsbibliotheek (foto: Bert Wisse) Foto: Bert Wisse. Locatie: de nieuwe Universiteitsbibliotheek

2. UvA en de stad

Kennis heeft geen vaste woon- en verblijfplaats. Het proces van kennisoverdracht en kennisontwikkeling is gebaat bij state-of-the-art huisvesting. Huisvesting van academische faciliteiten is dan ook méér dan alleen een noodzakelijkheid voor het internationale imago van een universiteit als de UvA. Strategisch is het óók van belang voor Amsterdam als regionale kennisstad, want Amsterdam heeft de ambitie uitgesproken om in 2050 kennishoofdstad van Europa te willen zijn.

Om de aantrekkingskracht te vergroten, volgt Amsterdam een strategie van ‘innovatiedistricten’. Dat zijn geconcentreerde kennisgebieden die werken als magnetische velden voor de ambitie van Amsterdam. Kern van deze strategie: kennis uitwisselen om zo nieuwe ideeën te ontwikkelen. Sleutelwoorden: ‘ontmoeting’ en ‘interactie’, want innovatie, zo weet de gemeente, is een contactsport. De campussen van de UvA, met elk een eigen karakter, dynamiek en potentie, zijn door Amsterdam aangemerkt als innovatiedistricten.

Kennis heeft geen vaste woon- en verblijfplaats.

Midden in Amsterdam

Universiteitskwartier | Amsterdam Centrum
Faculteit der Geesteswetenschappen

Lopende projecten (open om meer te lezen)

Roeterseilandcampus | Amsterdam Centrum
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Faculteit Maatschappij en Gedragswetenschappen
Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Lopende projecten (open om meer te lezen)

Science Park | Amsterdam Oost
Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica

Lopende projecten (open om meer te lezen)

LAB42, Amsterdam Science Park (foto: Ilsoo van Dijk)

LAB42, Amsterdam Science Park (foto: Ilsoo van Dijk)

3. Wetenschappelijke vernieuwing

De UvA wil haar positionering als een brede topuniversiteit verder uitbouwen. Wetenschappelijke vernieuwing is daarbij een kernbegrip. Daarvoor heeft de UvA haar brede palet aan onderzoeks- en onderwijsfaciliteiten geconcentreerd op de vier campussen omdat verspreide huisvesting niet de voordelen oplevert die clustering wel kan bieden. Vervolgens wil de UvA dat palet snel en steeds opnieuw kunnen aanpassen. Bijvoorbeeld vanwege kwaliteitseisen, nieuwe onderwijsvormen, digitalisering en de groei of krimp van de studentenpopulatie.

De UvA wil daarnaast studenten en onderzoekers binnen de academische omgeving uitdagen om over de grenzen van het eigen vakgebied heen te kijken. Dat kan alleen als de organisatie lenig is in veranderingsprocessen en wendbaar in de dagelijkse dingen. Daarom wil de UvA, aldus ook het Instellingsplan 2021-2026, de komende jaren teamwerk, ondernemerschap en ‘agile management’ voor onderzoek en onderwijs stimuleren. Die uitgangspunten wil de UvA ook dóórvertaald zien naar de ruimtelijke campusontwikkeling.

Quantumtour voor Koning Willem-Alexander en de Franse president Macron, Amsterdam Science Park (foto: Freek van den Bergh)

Quantumtour voor Koning Willem-Alexander en de Franse president Macron, Amsterdam Science Park (foto: Freek van den Bergh)

LAB42, Amsterdam Science Park (foto: Monique Kooijmans)

LAB42, Amsterdam Science Park (foto: Monique Kooijmans)

3. Wetenschappelijke vernieuwing

De UvA wil haar positionering als een brede topuniversiteit verder uitbouwen. Wetenschappelijke vernieuwing is daarbij een kernbegrip. Daarvoor heeft de UvA haar brede palet aan onderzoeks- en onderwijsfaciliteiten geconcentreerd op de vier campussen omdat verspreide huisvesting niet de voordelen oplevert die clustering wel kan bieden. Vervolgens wil de UvA dat palet snel en steeds opnieuw kunnen aanpassen. Bijvoorbeeld vanwege kwaliteitseisen, nieuwe onderwijsvormen, digitalisering en de groei of krimp van de studentenpopulatie.

De UvA wil daarnaast studenten en onderzoekers binnen de academische omgeving uitdagen om over de grenzen van het eigen vakgebied heen te kijken. Dat kan alleen als de organisatie lenig is in veranderingsprocessen en wendbaar in de dagelijkse dingen. Daarom wil de UvA, aldus ook het Instellingsplan 2021-2026, de komende jaren teamwerk, ondernemerschap en ‘agile management’ voor onderzoek en onderwijs stimuleren. Die uitgangspunten wil de UvA ook dóórvertaald zien naar de ruimtelijke campusontwikkeling.

Quantumtour voor Koning Willem-Alexander en de Franse president Macron, Amsterdam Science Park (foto: Freek van den Bergh)

Quantumtour voor Koning Willem-Alexander en de Franse president Macron, Amsterdam Science Park (foto: Freek van den Bergh)

LAB42, Amsterdam Science Park (foto: Monique Kooijmans)

LAB42, Amsterdam Science Park (foto: Monique Kooijmans)

Item 1 of 5

De nieuwe Universiteitsbibliotheek (Universiteitskwartier) door MVSA Architects

De nieuwe Universiteitsbibliotheek (Universiteitskwartier) door MVSA Architects

LabQ (Amsterdam Science Park) door cepezed

LabQ (Amsterdam Science Park) door cepezed

REC P (Roeterseilandcampus) door aiscube

REC P (Roeterseilandcampus) door aiscube

LabQ (Amsterdam Science Park) door cepezed

LabQ (Amsterdam Science Park) door cepezed

REC J/K (Roeterseilandcampus)

REC J/K (Roeterseilandcampus)

4. Huisvesting en de UvA

Omvang en kwaliteit van universitair vastgoed correspondeert nooit precies met de actuele ruimtebehoefte. Het Huisvestingsplan van de UvA houdt in haar langjarige verwachting rekening met een bepaalde mate groei of krimp. Daar zijn ook trends als blended learning voor studenten en thuiswerken voor medewerkers op van invloed. Maar de UvA laat over de hele linie al decennialang groei zien. Dat verklaart ook de urgentie bij ruimtevraagstukken vanuit de faculteiten.

Alleen gaat het tegenwoordig niet meer alleen om functionele vierkante meters voor faculteiten, maar om innovatieve huisvestingsconcepten die gebruikers uitnodigen tot samenwerking met bedrijven en andere kennisinstellingen op het gebied van toegepast onderzoek. Dus om campussen en gebouwen die uitnodigen tot ontmoeting en interactie, co-creatie en interdisciplinaire wetenschapsbeoefening. Om adequate faciliteiten, een hoge verblijfskwaliteit, uitstekende bereikbaarheid en een open verbinding met hun omgeving en de binnenstad. Hoe ontwikkel je dan op maat?

Roeterseilandcampus (foto: Yannick van Leeuwaarde)

Roeterseilandcampus (foto: Yannick van Leeuwaarde)

Gebouw 904, Amsterdam Science Park (foto: Wouter van der Wolk)

Gebouw 904, Amsterdam Science Park (foto: Wouter van der Wolk)

5. De vierhoek

De UvA heeft de huisvestingsontwikkeling neergelegd in de zogenaamde vierhoek, een samenwerkingsverband van eigenaar, gebruiker, beheerder en ontwikkelaar. De eigenaar treedt op als opdrachtgever en gaat over het budget, de planning en de verantwoording. De gebruiker kan ook een derde partij zijn, maar is meestal een van de faculteiten of een staf/dienst met een huisvestingsopgave. De expertise van de beheerder binnen de vierhoek heeft met een veelheid aan aspecten te maken: behalve de exploitatie gaat het dan bijvoorbeeld om duurzaamheidseisen, circulaire materialen, brandveiligheid, gezondheid, leefbaarheid, installaties, storingsgevoeligheid en onderhoud.

Binnen de vierhoek heeft de afdeling Huisvestingsontwikkeling een regierol om huisvestingsopgaven daadwerkelijk te realiseren. Belangrijk aspect van de regierol is het ruimtelijk vertalen van de campusvisie naar nieuwbouw en renovatie. En daarnaast het ‘meenemen’ van de belangen van andere campusbewoners, omwonenden en gemeente bij het ontwerp en de realisatie. Besluiten over bouwprojecten en campusontwikkeling worden onder regie van Huisvestingsontwikkeling voorbereid in de vierhoek, ter bespreking geagendeerd in de Huisvestingsstuurgroepen en daar waar nodig ter besluitvorming voorgelegd aan het College van Bestuur.

De nieuwe Universiteitsbibliotheek, Universiteitskwartier

De nieuwe Universiteitsbibliotheek, Universiteitskwartier

6. De afdeling Huisvestingsontwikkeling

Huisvestingsontwikkeling is een kleine club in een groot speelveld. Binnen de afdeling is veel vakkennis verzameld: programmamanagement, projectmanagement, risicomanagement, procesdeskundigheid, kostendeskundigheid, administratie, contractkennis, omgevingsmanagement, onderwijsdeskundigheid, communicatie en community management. Dit laatste is bedoeld om de valorisatiegedachte op de campussen in de actiestand te krijgen. De cultuur is er een van doelgerichte, taakgerichte, resultaatgerichte doeners. Deskundigen die in de praktijk hebben ervaren dat je als ontwikkelaar ook procesgericht en relatiegericht zult moeten zijn. Anders kun je fluiten naar je resultaat.

Huisvestingsontwikkeling is een programma- en projectorganisatie en ook dat tekent de cultuur: informeel en oplossingsgericht. Het is een platte organisatie met korte lijnen, wendbaar en flexibel. In hun werk zijn de medewekers van Huisvestingsontwikkeling (ook wel: HO’ers) zelfstandige netwerkers: afstemmen, partijen op één lijn krijgen, het programma of project positioneren, de campusvisie op het project inbrengen, de belangen van interne en externe stakeholders in het project betrekken en bewaken, risico’s en onzekerheden in kaart brengen en uitsluiten of bespreekbaar maken en heel veel kopjes koffiedrinken, dat is waar het werk uit bestaat.

Huisvestingsontwikkeling wil een sterk lerende organisatie zijn. Voor het ontwikkelen van een campus is geen kant-en-klare aanpak voorhanden. Afgelopen jaren is in de huisvestingsvierhoek veel ervaring opgedaan met de aanpak van gebiedsontwikkeling, stedenbouwkundige planning, renovatie en restauratie, nieuwbouw en beheer & onderhoud. Het gaat om ervaring met techniek, samenwerking en sturing op de lange termijn. Die ervaring is opgeslagen in hoofden van individuele experts en nog onvoldoende vastgelegd. De ambitie is om een standaard werkwijze te ontwikkelen voor het evalueren, reflecteren, delen en borgen van kennis en inzichten. Hiervoor is in 2022 een aanpak gemaakt, waarvan de uitvoering is gestart in 2023.

Huisvestingsontwikkeling is een kleine club in een groot speelveld. Binnen de afdeling is veel vakkennis verzameld.

Gebouw 904, Amsterdam Science Park (video: Nozem films)

Gebouw 904, Amsterdam Science Park (video: Nozem films)

7. Van vraaggestuurde naar visiegestuurde huisvestingsontwikkeling

De besluitvorming van het College van Bestuur resulteert in programma’s en in concrete projecten per campus. In de strategische fase van de huisvestingsontwikkeling wordt Huisvestingsontwikkeling geconsulteerd. Vervolgens heeft Huisvestingsontwikkeling in de tactische fase een regierol waar het de ruimtelijke campusvisie en de belangen van derden in huisvestingsopgaven betreft. Om die rol verder te versterken, is de afdeling bezig om meer in campusteams te gaan werken. Deze teams van een programmamanager, projectleider(s) en ondersteuning, worden verantwoordelijk voor een programmatische ontwikkelaanpak en de projectmatige uitvoering daarvan.

Volgens Huisvestingsontwikkeling start elk huisvestingsvraagstuk vanuit de visie op de campus. Immers: huisvestingsprojecten moeten dienstbaar zijn aan de strategie van de UvA. Huisvestingsontwikkeling noemt zijn eigen werk daarom gebieds- én huisvestingsontwikkeling. Dat is nog geen vanzelfsprekendheid, maar is wel waar Huisvestingsontwikkeling naartoe wil. Dat betekent dat Huisvestingsontwikkeling van projectleiders en programmamanagers verwacht dat ze kritisch en creatief meedenken als het gaat om de vraag of huisvestingsplannen verenigbaar zijn met de kaders, uitgangspunten en randvoorwaarden van de visie op de campus of het borgen van belangen van derden.

Oudemanhuispoort, Universiteitskwartier (foto: Bob Bronshoff)

Oudemanhuispoort, Universiteitskwartier (foto: Bob Bronshoff)

LAB42, Amsterdam Science Park (foto: Jannes Linders)

LAB42, Amsterdam Science Park (foto: Jannes Linders)

LAB42, Amsterdam Science Park (foto: Jannes Linders)

LAB42, Amsterdam Science Park (foto: Jannes Linders)

8. De fases van ruimtelijke campusontwikkeling

1. Strategiefase

Trends en voorspellingen zoals studentenaantallen, onderwijsvernieuwing en regelgeving leiden tot een gewenste vastgoedportefeuille inclusief richtlijnen zoals kwaliteit, budget en planning. Dit zetten we om in concrete programma's en projecten.

2. Tactische fase

Per campus wordt een integrale ruimtelijke opgave geformuleerd die bijdraagt aan de (strategische) doelen van de faculteit(en).

3. Initiatieffase

Er wordt heel precies uitgezocht wat er opgeleverd moet worden, of dat gegeven de financiële kaders haalbaar is en met welke risico’s rekening gehouden moet worden.

4. Definitiefase

Fase waarin een projectplan wordt gemaakt. In dat plan staat hoe het project wordt gestuurd op geld, risico's, organisatie, tijd, informatie en kwaliteit (ook wel: GROTIK-methode). Bijlagen zijn Programma van Eisen (PvE), business case en communicatieplan.

5. Ontwerpfase

Het schetsontwerp, voorlopig ontwerp en definitieve ontwerp leiden tot het technisch ontwerp-bestek. Deze ontwerpen worden steeds getoetst aan het PvE.

6. Aanbestedingsfase

Na een marktconsultatie stellen we de aanbestedingsstrategie op en voeren deze uit om partners te vinden zoals architecten, constructeurs en adviseurs.

7. Uitvoeringsfase

Na een grondige bouwvoorbereiding kan de aannemer van start met bijvoorbeeld de bouw, verbouwing of renovatie. We houden toezicht (volgens de GROTIK-methode). Deze fase leidt tot de bouwkundige oplevering.

8. Oplevering/overdracht

Na acceptatie door het College van Bestuur, Facility Services en de toekomstige gebruiker(s) gaan we over op de zaken rondom ingebruikname. Denk hierbij aan de inhuizing en inrichting, gebruiksovereenkomsten en -afspraken, en de verzekeringen. Nu is het gebouw klaar voor de gebruiker.

Item 1 of 3

Roeterseilandcampus (foto: Monique Kooijmans)

Roeterseilandcampus (foto: Monique Kooijmans)

Roeterseilandcampus (foto: Michael Sivolap)

Roeterseilandcampus (foto: Michael Sivolap)

Roeterseilandcampus (foto: Ilsoo van Dijk)

Roeterseilandcampus (foto: Ilsoo van Dijk)

9. Blijven bijdragen aan de ambitie

Huisvestingsontwikkeling heeft hart voor de zaak. Een goed resultaat staat altijd voorop. De sleutel ligt in samenwerking met partners binnen en buiten de UvA. Om maximaal ruimte te maken voor samenwerking, gaat Huisvestingsontwikkeling contacten aan met een open houding. In de relaties wil Huisvestingsontwikkeling vervolgens meerwaarde bieden door proactief, regisserend en met vakkennis bij te dragen aan de ontwikkeling van toekomstbestendige huisvesting. Als het voor een beter resultaat nodig is, verlaat Huisvestingsontwikkeling gebaande paden en verlegt de afdeling grenzen.

Om impact te kunnen blijven maken, wil Huisvestingsontwikkeling, samen met partners in de Vierhoek, ook de komende jaren huisvestingsplannen tegen het licht van de campusvisie en de valorisatieambitie blijven houden. Op die manier draagt de afdeling zijn steentje bij aan de ambitie van de UvA en aan de gemeente Amsterdam.

Huisvestingsontwikkeling wil komende jaren extra aandacht geven aan de volgende onderwerpen:

  • Gebiedsontwikkeling
  • Leefbaarheid en duurzaamheid campussen
  • Innovatieve, flexibele huisvestingsconcepten voor werkplek, vergaderruimte, lab/onderwijs en voor horeca/ontmoeting
  • Toekomstbestendige ontwerpen voor onderwijs-, onderzoeks- en overlegruimtes
  • Experimenteren met een netwerkende werkwijze
  • Verbeteren van een afwegingskader en projectinstrumentarium
  • Verder aanscherpen opdrachtgestuurde projectuitvoering
  • Zich verder ontwikkelen als lerende organisatie
Item 1 of 3

REC J/K, Roeterseilandcampus (foto: Bert Wisse)

REC J/K, Roeterseilandcampus (foto: Bert Wisse)

Nieuwe Universiteitsbibliotheek, Universiteitskwartier (foto: Bert Wisse)

Nieuwe Universiteitsbibliotheek, Universiteitskwartier (foto: Bert Wisse)

Nieuwe Universiteitsbibliotheek, Universiteitskwartier (foto: Bert Wisse)

Nieuwe Universiteitsbibliotheek, Universiteitskwartier (foto: Bert Wisse)